Osteopathie

Osteopathie is ontwikkeld in de 19e eeuw door de Amerikaanse arts Andrew Taylor Still. De letterlijke betekenis is bot (osteon) lijden (pathos). Dit wil echter niet zeggen dat osteopaten zich enkel bezighouden met de botten.

Het is een manuele onderzoeks- en behandelmethode, gebaseerd op een uitgebreide praktische kennis van de anatomie, fysiologie, neurologie en pathologie. De osteopaat gaat op zoek naar restricties (beperkingen) in het lichaam die aan de oorzaak van je klachten liggen.

Deze restricties kunnen in de volgende drie systemen voorkomen:

  • Het parietale systeem (bewegingsapparaat): botten, spieren, pezen, ligamenten, gewrichten en wervels.
  • Het viscerale systeem: organen en hun omhullende vliezen, bloedvaten, lymfevaten en zenuwen.
  • Het craniosacrale systeem: schedel, het bekken, de wervelkolom met daarin het hersenvocht, de hersenvliezen en het centrale zenuwstelsel.

De drie systemen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar voortdurend. Zo kan een restrictie in het ene systeem zijn repercussies hebben in het andere. Een voorbeeld hiervan is pijn op de flanken bij nierstenen.

De behandeling door de osteopaat is er op gericht om de oorzaak van de restricties op te lossen en zo het evenwicht tussen de verschillende systemen te herstellen. Zo kan het lichaam terug normaal functioneren als een geheel.

Osteopathie gaat uit van 4 pijlers:

  1. Het lichaam als geheel.
  2. Het lichaam bevat zelf regulerende mechanismen.
  3. Structuur en functie zijn wederkerig gerelateerd.
  4. Rationele therapie is gebaseerd op het lichaam als geheel, de relatie tussen structuur en functie en de zelfregulerende mechanismen van het lichaam.

Osteopathie is gebaseerd op het feit dat het lichaam goed is in zichzelf te herstellen. De osteopaat is enkel nodig als het lichaam hier om een of andere reden niet in slaagt en wat hulp kan gebruiken.

Indicaties:
De lijst van indicaties waar osteopathie nuttig kan zijn, is bijzonder uitgebreid. Iedereen van jong tot oud kan baat hebben bij een osteopathische behandeling. Zelfs als je nog geen klachten voelt, kunnen er al restricties zijn.

Deze kunnen bijvoorbeeld in de toekomst pas klachten geven als het lichaam minder sterk is dan normaal (bv bij ziekte, oververmoeidheid, stress, …).

Enkele voorbeelden van indicaties:

Zuigelingen: huilbaby’s, reflux, darmkolieken, stoelgangproblemen, schedelasymmetrie, voorkeurshouding, slapeloosheid, angst, onrust
Peuters en kinderen: rugklachten, nekklachten, scoliose, torticollis, houdingsproblemen, ADHD, orthodontie, luchtwegenproblemen, buikpijn
Zwangere vrouwen: bekkeninstabiliteit, ischias, lage rugpijn, liespijn, nekklachten, hoofdpijn
Volwassenen: nekklachten, lage rugklachten, hoofdpijn, ischias, kaakproblemen, tenniselleboog, migraine
Gezondheidsklachten: CVS, migraine, hoofdpijn, fibromyalgie, eczema, darmklachten, maagklachten, slapeloosheid, vitaliteitsproblemen
Sporters: preventie van blessures, sportblessures, weerstandsvermindering, verbetering sportprestatie
Varia: preventieve behandeling, postoperatieve klachten, whiplash, artrose